Liefdevolle ‘tweede levens’ voor dode dieren



Slofjes van mollen, een vos als tas en een gracieus vliegende, zwarte zwaan gevuld met kostbare parels. Zomaar een greep uit de expositie Beauty of the Beast die momenteel te zien is in Museum Arnhem.


LOEP ging nieuwsgierig maar ook een beetje bevreesd op stap. We zijn altijd in voor nieuwe ervaringen, maar de opgezette vos die je altijd zo eng aankeek in die bruine kroeg of het reetje in het huis van opa en oma staan ons nog helder voor de geest als we het museum betreden.

Waar we een paar jaar geleden nog gruwden van het dragen van bont, is tegenwoordig het gebruik van opgezette dieren weer helemaal hip en trendy in interieur, media en kunst. “Vooral in Groot-Brittannië is taxidermie, opgezette dieren, hot. De cursussen in Londen zijn volgeboekt en op internet zijn zelfs doe-het-yourself kits verkrijgbaar”, zegt Eveline Holsappel. Voor Eveline, samenstelster van de expositie en conservator toegepaste kunst en vormgeving van het museum, was deze trend aanleiding onderzoek te doen naar het gebruik ervan in sieraden.  Het museum in Arnhem kent immers een grote sieradencollectie.
In de expositie Beauty of the Beast, waar Eveline twee jaar aan werkte, wordt werk getoond van internationale ontwerpers en kunstenaars die de verbinding leggen tussen taxidermie, sieraden en beeldende kunst.


Er zijn draagbare ontwerpen te zien, zoals sieraden, broches, tassen,  maar ook sculpturaal en autonoom  werk.  “Ik heb ingespeeld op de hang naar het ambachtelijke, naar vakmanschap en authenticiteit”, legt Eveline uit.
In alle accessoires, sieraden en installaties die tentoongesteld zijn, zijn dieren verwerkt. Maar gelukkig: geen moordpartijen omwille van de kunst. “Wat alle kunstenaars aan deze expositie bindt, is hun liefde voor de natuur”, benadrukt Eveline. “De dieren die ze verwerken waren al dood.” Ze zijn gedood in het verkeer, restafval uit de vleesverwerking of gedood ongedierte. Dat stelt ons van LOEP al een beetje gerust.
In de eerste zaal van de drie zalen tellende expositie herkennen wij meteen de hand van de Arnhemse ontwerper Lenneke Wispelwey. Zij ontwierp de vormgeving van de tentoonstelling. “Lenneke heeft zelf opgezette beesten in haar winkel, ze houdt van dieren, ik ben fan van haar kleurgebruik en ik werk graag met jonge Arnhemse vormgevers”, verklaart Eveline de keuze voor Lenneke.


In de in typische Lenneke kleur, Histor Deep Ocean, omgedoopte zaal staan of liggen onder glazen stolpen curieuze creaturen.  Het is de ‘wunderkammer’. Verschillende dieren krijgen hier een ‘nieuw leven’.  Zo wordt een overleden kat een tas, eendagskuikens een muts en zien we mollen terug als slofjes.

Het is grappig om te ervaren dat we gewoon kunnen genieten van de kunstwerken onder de stolpen, ook al zijn het dode beesten. We blijven kijken en worden naarmate we meer zien steeds enthousiaster. 
Onder een van de stolpen ligt een bijzonder stel oorbellen met kolibrie kopjes, gemaakt door het Engelse Ward & Co rond 1890. De vrouwen pasten in die tijd al dierlijke versieringen toe in hun kleding. Jurken werden versierd met kevers en kleurige veren en ook in sieraden werden dierlijke elementen gebruikt.


We gaan even terug naar de tijd van Alice in Wonderland bij het zien van een broche van een konijnenkop van het Nederlandse duo Afke Golsteijn en Floris Bakker, alias Idiots.
Ook de bustehouder van Emily Valentine kan ons bekooren. Tijdens een vakantie vergat een vriendin van Emily die op haar twee grasparkieten paste de kooi van de vogels binnen te zetten. De beesten overleefden de koude nacht niet. Emily vroeg haar de vogels in de vriezer te leggen. Na thuiskomst liet ze de vogels prepareren en maakte ze er een bh van. Niet draagbaar maar wel erg kleurrijk.

Griezelen is het wel bij de tas van Reid Peppard. Van een vos maakte deze kunstenaar een handtas, de tanden gegoten in zilver, de ogen vervangen door topaas, de poten bijeengebonden. Snel buigen we ons over de paddentas ernaast.
Het is intrigerend om te zien met hoeveel liefde er iets heel moois is gemaakt van de dode beesten. Met zorg en aandacht zijn de beesten omgeturnd in prachtige objecten.


In de tweede, roze met gouden zaal, liggen draagbare sieraden. De ontwerpers gebruikten dierlijke materialen. Van de Nederlandse Christel Verdaasdonk ligt er de broche Crown of Thorns. Voor de broche gebruikte de ontwerpster twee putters, kleine vogeltjes met opvallend rode veren op hun kop.  “Volgens een legende trok een putter een doorn uit het hoofd van  Jezus”, vertelt Eveline. Daarbij kwam een druppel bloed op het kopje van de vogel terecht. In de broche wordt verwezen naar de moedige daad van de vogeltjes.



De schoonheid van het dier is voor veel kunstenaars aan de expositie het uitgangspunt. Maar ook thema’s als vergankelijkheid, de grens tussen fantasie en realiteit en milieuproblematiek zien we terug in bijvoorbeeld de laatste zaal. Hier werken van kunstenaars die materialen die verwant zijn aan het sieraad gebruiken.


Zo is er een vogel te zien van Kelly McCallum staande op een schedel. In de vogel zijn horloge-onderdelen verwerkt. De kwetsbaarheid van het leven komt hier mooi tot uitdrukking. De tijdelijkheid wordt extra benadrukt door de uurwerkonderdelen.


We staan oog in oog met een ijsbeer. Door een raampje in zijn buik zien we een zeelandschap. Aan het plafond hangt een
zwarte zwaan van het duo Idiots gevuld met kostbare parels. De pracht en praal komt
pas tevoorschijn na het doormidden snijden van het dier. Het doet sprookjesachtig aan maar heeft ook iets gruwelijks.
Dat geldt ook voor het vosje van McCallum waar gouden maden uit de oren kruipen. Het vosje van Mattsson wat naar zijn eigen spiegelbeeld kijkt, is daarentegen weer aandoenlijk om te zien. Zo buitelen gevoelens over elkaar heen tijdens dit bezoek.




Onder de indruk van wat we gezien hebben, wacht in de koepelzaal van het museum het pronkstuk van de tentoonstelling. De sculptuur Gyre van Kate MccGwire. Maar liefst 20.000 kraaienveren verwerkte de Britse in dit indrukwekkende meterslange object. Het kronkelt de zaal in en van bovenaf hangend over de ballustrade laten we onze fantasie de vrije loop.

Beauty of the Beast inspireert, is prachtig, griezelig,
confronterend en bijzonder tegelijk. Maar zeker het bezoeken waard.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

reactie plaatsen