"Ik houd van huizen die anders zijn"


“Het is tijd dat jullie gaan samenwonen, ik heb wat gezien en daar gaan jullie wonen”, zegt een bevriende makelaar op een dag.  In augustus 1997 trekken Ilse Witjes (40) en Jeroen Wigman (42) in de benedenwoning  aan de Apeldoornseweg, waarover Ilse nu zegt ‘ik moet er niet aan denken hier ooit nog weg te moeten’.

Het herenhuis, tegenover Sonsbeekpark, waar ze met hun drie kinderen Hope (12), Fay (10) en Ziggy (6) wonen, stamt uit 1900. Een lange marmeren gang, hoge plafonds  en ornamenten ademen de voorbije tijd. “We vallen op oude huizen, sowieso val ik op oude dingen”, zegt Ilse.

De eerste jaren verhuren Ilse en Jeroen het souterrain. Als Hope zich aankondigt, betrekken ze de gehele woning. In de wijk het Sonsbeekwartier wonen studenten, maar vooral gezinnen met kinderen. “We komen bij elkaar op verjaardagen en de kinderen hebben onderling veel contact”, schetst Ilse de buurt. 
Een huis moet voor Ilse ruim en licht zijn. En er moeten mogelijkheden zijn om te schuiven. “Als je de volgende keer hier komt, staat alles weer anders. Ik houd van schuiven. Als kind deed ik niet anders. Ik vind het ook leuk als een huis anders dan andere huizen is. We slapen hier beneden en wonen boven.  Verder val ik voor paneeldeuren en originele elementen.”

Het klinkt als een droomhuis maar toch houdt Ilse nog wensen over. “Het liefst had ik een tuin op het zuiden, maar dat is natuurlijk pure luxe. En ik zou het fijn vinden om nog een extra slaapkamer te hebben.”  De meiden liggen nu samen op een kamer, al zijn er plannen om de kamer te splitsen.  “Ik kan niet wachten”, zegt Hope. “Lijkt me fijn een eigen kamer, niet dat ik Fay niet lief vind hoor.”
Jeroen hoeft hier niet meer weg: “Ik heb dit huis altijd mooi gevonden, ik kom fluitend thuis.”
Het souterrain herbergt drie slaapkamers. Aan de ouderslaapkamer ligt een prachtige ruime open badkamer met boven het bad een glazen dak. “Als ik in bad lig, kan ik naar de sterren kijken” , zegt Ilse. Door het raam zien we Jeroen en Fay het konijnhok in de tuin schoonmaken.






Meer ruimte zou welkom zijn volgens Ilse. “Maar ik doe niet makkelijk afstand van dingen, dus als ik een groot vrijstaand huis zou hebben, zou dat binnen no time ook weer vol staan.”

Op de begane grond is een kamer en suite met aan de tuinkant nog een kleine serre waarin Ilse haar bureau heeft. 




Daarnaast een hele ruime eetkeuken. Boven de eettafel hangt een groot vrolijk kunstwerk gemaakt door Hope. “Dit schilderij verveelt nooit”, zegt Jeroen met gepaste trots.










Boven het aanrecht van de strakke witte keuken hangt de tekst: ‘One day I’m gonna make the onions cry’.


Het huis heeft volgens Ilse een oude ziel. Toen dochter Fay van de ene op de andere dag besloot om alleen nog maar overdag te slapen, riepen haar ouders de hulp in van paranormaal geneesheer Harry Hoevers. “Hij zei: ‘Jullie hebben een probleem, Fay niet. Zij heeft er geen last van. In jullie oude huis  is veel gebeurd in de oorlog. Sommige zielen willen een plek niet verlaten. Van een afstand ga ik het huis opruimen.” Volgens Hoevers heeft Fay in een vorig leven een oorlog meegemaakt. Fay houdt er niet van opgesloten te zitten. Hij raadt haar ouders aan de box en het spijlenbedje weg te doen en Fay in een gewoon bed te laten slapen. “Ik geloof helemaal niet in dit soort dingen, maar vanaf het moment dat we haar in een gewoon bed legde, sliep ze weer”, vertelt Jeroen.
Het oude huis herbergt meer geheimen. Uit een muur in de kelder komt een briefje tevoorschijn waarop een aannemer tijdens de bouw van het huis zijn naam, de datum en het adres waarop hij zelf woonde schreef. Het hing jarenlang in een lijstje aan de muur.






De stijl in huis is heel eigen, maar wel trendgevoelig. Het huis omarmt je meteen bij binnenkomst. Het is een warm familiehuis, je ziet dat er geleefd wordt. “Ik houd van klassiekers”, zegt Ilse. Zo staat er in de keuken een Piet Hein Eek tafel en bank. “Maar er komt ook veel van de rommeltjesmarkt hoor”, zegt Jeroen.
“Het is misschien ook een tikkeltje Scandinavisch. Die stijl trekt me wel”, zegt Ilse. “Lange tijd was ik van de brocante, maar die doe ik nu langzaam het huis uit. Net als zinken teilen.”

Jeroen geeft aan dat hij blij is dat de kraak niet meer bestaat. Ilse lacht. “Vroeger hadden we een pick-up truck en daarmee reed ik op gezette tijden door bepaalde wijken in Arnhem. In die tijd had je de kraak nog, daar haalde ik van alles weg. Toen we in dit huis trokken nam Jeroen een bed mee en ik een hoop meuk, echte meubels hadden we niet. Dus ging ik op pad om dingen te verzamelen.” “Nou, dat is goed gelukt”, zegt Jeroen.
Ook veilinghuis Derksen aan de Amsterdamseweg krijgt in die tijd regelmatig bezoek van Ilse. “Mijn vriendin en ik gingen eerst naar de kijkdag en vervolgens naar de veilingdag. Zonder enige planning. We boden gewoon op dingen die we leuk vonden. Een week later moest je het dan op komen halen.” Op een dag stuurt Ilse Jeroen naar het veilinghuis om iets op te halen. “Zo meneer Witjes bent u daar weer, kreeg ik te horen”, zegt Jeroen. Ilse vult aan: “Zie ik hem de straat inrijden met een enorme volière achterin de auto. Die had ik niet gekocht, dat wist ik zeker.”

Het huis raakt langzaam voller. Jeroen: “En toen er niks meer bij kon, gingen er spullen naar mijn loods, totdat het daar uitpuilde.” “Veel heb ik ook weer verkocht of weggedaan”, zegt Ilse lachend om haar eigen verzamelwoede. 

Bij iedere zwangerschap pakken de bewoners een deel van het huis aan. Als Hope op komst is, verbouwen ze het souterrain. Tijdens de zwangerschap van Fay komt er in de oude slaapkamer op de begane grond een ruime eetkeuken. 





En als Ilse Ziggy verwacht, verrijst er in de tuin een tuinhuis. Sinds vorig jaar runt Ilse daar haar Sonsbeek Bed and Breakfast.  De gasten hebben de beschikking over een kleine woonkamer met vide en een badkamertje.



Ilse vindt het leuk en afwisselend werk. “Iedere keer hebben we andere mensen over de vloer.” Zoals laatst een ‘bekende dj in wording’ uit Parijs. Uit de reacties in de gastenbox blijkt dat de meeste gasten erg gecharmeerd zijn van het mini-onderkomen. ‘Heerlijk geslapen in de fijne bedjes. Nu wil ik ook een poppenhuisje in de tuin’, staat er op een briefje.


Wat een leuk gezin is dit en wat wonen ze in een met smaak ingericht huis. LOEP vond het geweldig om even te gluren bij Ilse en Jeroen en te zien hoe de kinderen met hun levendigheid de ruimtes van dit prachtige huis vulden. Een huis waar duidelijk veel aandacht aan het interieur wordt besteed. Het is tijdloos maar ook volgens de laatste trends ingericht. Met liefde en creativiteit hebben Ilse en Jeroen er een geheel eigen huis van gemaakt. Overal zijn leuke hoekjes en bijzondere items te zien.


Borrelen op trapje voor het huis

Ilse zit het liefst op de bank in de voorkamer. “Lekker naar buiten turen of werken op de laptop.”


Buiten zitten Ilse en Jeroen het liefst voor de Bed and Breakfast op de witte stoeltjes.





Of op het trapje voor het huis als de zon in de achtertuin verdwijnt. “Lekker op zijn Klarendals, vaak komen de buren er ook bij en slaan we aan het borrelen.”





Fan van Piet Hein Eek


De Piet Hein Eek tafel in de keuken is voor Ilse het mooiste attribuut in huis. “Van deze ontwerper ben ik een echte fan. 


Ik heb nog het woonmagazine waarin voor het eerst aandacht aan hem werd besteed. Het is ook gewoon een hele leuke man.” Het eerste wat Ilse van de ontwerper kocht was een krukje, daarna volgde een fruitschaal. “De tafel van Eek, die gaat er nooit meer uit. Ik vind het ook een tijdloos exemplaar. Ik heb er een tijdje en zeil overheen gehad met zwart witte stippen, maar met niks erop is hij het mooist.”


Het typeert Ilse dat ze al vanaf dag 1 fan is van een ontwerper die inmiddels is uitgegroeid tot een van de populairste van ons land. Een vooruitziende blik voor wat betreft mooie spullen. De attributen van Piet Hein Eek komen goed tot hun recht in het huis van Ilse en Jeroen. Het past omdat het anders, creatief maar ook stoer en niet helemaal perfect is. 

Hartige courgette geitenkaastaartjes

Ilse vindt koken leuk, maar ze moet er wel de tijd voor hebben. “Ik probeer zoveel mogelijk vers te koken. Kookprogramma’s kijken vind ik ook erg leuk. 24 Kitchen bijvoorbeeld en vroeger keek ik altijd naar Nigella Lawson.” 

Risotto vindt ze therapeutisch om te maken.“Een beetje roeren in een pan en steeds bouillon bijschenken.”Ilse is vooral van de kleine hapjes, snacks en zoetigheid. “Ik kook niet vaak uitgebreid. Ons goede voornemen is om een keer in de week, maar dat zal wel een keer in de twee weken worden, iets te koken uit de Allerhande, de Jumbo of een kookboek. Wat we nu eten is best beperkt.”
Als gerecht voor LOEP koos Ilse:

Hartige courgette geitenkaastaartjes


Voor 12 stuks

75 gram zongedroogde tomaten in olie, uit gelekt en fijn gesneden. De olie bewaren.
1 tot 2 courgette in zeer dunne plakken
1 teentje knoflook, geperst
250 gram kant-en-klaar bladerdeeg, ontdooid
150 gram zachte geitenkaas
Peper en zout

Verwarm de oven voor op 220 graden. Snij de courgette in de lengte in vieren en snij van elk kwart lange repen van ongeveer 3 mm dik. Maak een grote bakplaat vochtig. Verhit 1 eetlepel van de bewaarde olie in een grote koekenpan en bak hierin de plakken courgette onder af en toe roeren in 8-10 minuten op matig vuur aan beide kanten goudbruin. Voeg de knoflook toe en bak hem al roerend 30 seconde mee, tot hij zacht is. Haal het mengsel van het vuur en laat het afkoelen terwijl u de deegbakjes klaarmaakt.
Rol het bladerdeeg uit op een met bloem bestoven aanrecht. Druk met een glazen schaaltje 12 ronde vormen uit het deeg.
Verdeel het courgettemengsel over de deegrondje, voeg de tomaten toe en laat een deegrand van 1 cm onbedekt. Schep op elk taartje een lepel geitenkaas. Sprenkel een eetlepel van de bewaarde olie over de taartjes en breng ze op smaak met peper en zout. Om ze mooi te laten glimmen kun je de randen nog insmeren met eigeel. Bak de taartjes 10-15 minuten in de oven, tot ze goudbruin en goed gerezen zijn. Serveer ze warm.

Geen poeha, dat is Sugar Hill


Ilse eet het liefst bij Sugar Hill. “Het ziet er leuk uit en er werken leuke mensen. Toen zij begonnen was er echt weer wat nieuws in Arnhem. Ze hebben lekker eten van het seizoen en een wisselende kaart. Ik vind het ook leuk dat je ze ziet koken. Het ligt ver uit de stad, maar het is de drukste zaak van Arnhem. Het zit er altijd vol.”





Werry van Leeuwen en Margo van Lierop zijn de eigenaren van Sugar Hill. In augustus 2011 begonnen ze hun eigen restaurant op de hoek van de Verlengde Hoflaan en de Klarendalseweg. “Wat wij bieden is kwaliteit zonder drempel, geen poeha, voor iedereen”, vat Werry kort samen wat voor zaak Sugar Hill is. “Ambacht, eerlijkheid en openheid.”




In Sugar Hill waan je je in een gezellige buurtkroeg, waar ook nog eens heerlijk gegeten kan worden. Door de open keuken zie je hoe je eten wordt klaargemaakt.
Waarom hebben jullie ervoor gekozen zo ver uit de stad te gaan zitten?
“We zitten hier op ons eigen eiland. Inderdaad, ver weg van de stad. We hoeven geen afspraken te maken met andere horeca-ondernemers. En we hebben hier gratis parkeren voor de deur”, zegt Werry kort maar 
krachtig.
Sugar Hill moet het vooral hebben van mensen uit de buurt die het restaurant bezoeken, maar er is ook een grote groep uit de stad die regelmatig langskomt. “Mensen moeten moeite doen om ons te bezoeken. En vaak blijven ze dan ook langer hangen.”






Het geheim van Sugar Hill?
“Wij doen wat we leuk vinden en mensen pikken dat. Je ziet het niet, maar er zit veel vakkennis achter. Margot en ik hebben samen in wel vijftien verschillende restaurants gewerkt voordat we deze zaak begonnen. Alles wat we gebruiken is vers van kleinschalige boeren. Eten van het land. Producten met veel smaak. We hebben een wisselende kaart, het hangt af van het marktaanbod. Eigenlijk is het iedere dag uit een blackbox koken. Het enige wat we altijd hebben is onze burger. Die blijft altijd op de kaart en maken we zelf van eerlijk vlees.”



Een jaar geleden opende het stel Sweet Sugar Hill, een patisserie winkel die ook in de wijk ligt. “Het werd hier iets te vol om de patisserie erbij te doen”, zegt Werry.
Hoe ziet de toekomst eruit?
“Daar kan ik nog niks over zeggen. Er zijn wel plannen. Maar Sugar Hill blijft Sugar Hill. Er zit een ziel in deze zaak en dat is ook onze kracht. Daar komen we niet aan. Het is persoonlijk, het personeel loopt ook niet in personeelskleding maar mag aantrekken wat ze zelf willen. We hebben een huiskamersfeertje 
en dat is juist zo leuk.”

Wel eens iets grappigs meegemaakt in de zaak?

Werry wijst naar de uitgang. Boven de deur hang
t een briefje waarop staat:
‘Hou je bek en werk!’. Met daarachter een smiley.
“René Redzepi, een wereldwijd bekende Deense chef en eigenaar van sterrenrestaurant Noma in Kopenhagen, schreef het op voor de koks van Sugar Hill.” Redzepi wordt gezien als de uitvinder van de nieuwe Scandinavische keuken en zijn restaurant is vorig jaar voor de vierde keer verkozen tot beste restaurant van de wereld.



Sugar Hill is een zaak waar je op een warme zomeravond even heen rijdt om een biertje te drinken op het terras. Met vrienden uitgebreid dineert en lang blijft hangen, of waar je met de kinderen even snel een lekkere hamburger eet. Alles kan in deze zaak en iedereen komt er. Het maakt niet uit welk uur van de dag je binnen loopt, het is er altijd gezellig en vol leven.